Zondag 13 februari: Fuori le Muri

Ik ben er wel aan gewend dat ik eerder wakker word dan Peter. Om half 8 sta ik op en begin de dag achter de laptop. Ik maak mijn opiniestukje af, surf nog even op internet en maak een planning voor vandaag. Peter blijft in het land der slapenden tot kwart over 9, maar dan staat hij ook op en we maken ons klaar om te ontbijten.

Om kwart over 10 lopen we naar buiten en opnieuw belooft vandaag een prachtige dag te worden. De zon schijnt al volop, de temperatuur is lekker. Voor het hotel nemen we de tram naar Trastevere, een paar haltes verder stappen we weer uit. We gaan vandaag een aantal bezienswaardigheden bekijken die iets verder weg liggen van het centrum en waar niet de hordes toeristen komen. Het is wel even zoeken hoe we dat het best kunnen aanpakken, omdat het kaartje dat wij hebben van het openbaar vervoer heel beperkt is.

Vanuit de tramhalte lopen we richting de Tiber, en vlak voordat we die oversteken zien we aan de oever een marktje. Daar zijn we gek op, dus daar gaan we even een kijkje nemen. Het blijkt een soort zwarte markt te zijn, met veel kleding en schoenen, en ook typisch Italiaanse huisraad voor in de keuken, met vrolijk gekleurde bloemen en zo. Om ons heen is geen toerist te bekennen, maar wel veel van die typisch Italiaanse oudjes zoals je ze ook in de pasta reclames ziet. Leuk om te zien! We kopen er niets, maar het is leuk om even een stukje gezien te hebben.

Daarna steken we de Tiber over en we lopen naar het Piazza de Cavaliere di Malta. Daarvoor moeten we eerst het park voorbij lopen, voordat we de kans krijgen de klim naar boven te maken. Op dit plein is het beroemde sleutelgat waardoor je de St. Pieter kan zien omlijst door een rij bomen achter de deur. Erg grappig om gezien te hebben. Het was heel moeilijk om er een foto van te maken, ik ben benieuwd of die een beetje gelukt is.



Daarna wandelen we weer naar beneden. Aan de voet van de heuvel ligt de Protestantse begraafplaats die zeer de moeite waard is. Je ziet er enorm oude graven met prachtige beelden. Ik vind het prachtig! De ligging is ook erg mooi, tegen de oude stadsmuren aan, wat het geheel veel sfeer geeft. Aan een zijde van de begraafplaats ligt de Piramide van Cestius, een overblijfsel uit de tijd van de belegering van de Egyptenaren. Leuk om te zien. Terwijl ik met de camera rondloop en geniet van de serene rust zit Peter op een bankje in het zonnetje te genieten. Ik ben misschien wel een gek mens, maar ik vind het altijd heerlijk op een begraafplaats. Als we een stedentrip maken probeer ik altijd de mooiste begraafplaats in de planning op te nemen. Ach, zo heeft iedereen z’n tics, toch?





Daarna stappen we op de bus naar de San Paolo fuori le Mura (St. Paulus buiten de muren). Deze tip had ik van Thuul gekregen, en we zijn allebei onder de indruk van deze prachtige kerk. Wauw! De combinatie van kleuren en witte zuilen, prachtige tuin en het enorm grote “schip” is echt ongeëvenaard, we zijn er stil van. We hebben ook mazzel met de timing, want tijdens ons bezoek is net de ochtendmis afgelopen (de kerk bleef gewoon geopend voor toeristen, zo groot is hij!) en het licht blijft nog even aan, dat is handig voor de foto’s. We hebben de St. Pieter nog niet gezien, waar we zijn het er allebei over eens dat dit toch de mooiste kerk is die we tot nu gezien hebben. Een aanrader dus!





Het biechten slaan we over, en na een toiletbezoekje stappen we weer in de bus terug naar het plein voor de Piramide van Cestius. Vanuit hier wandelen we via de stadsmuren naar de Porta San Sebastiano. We hebben intussen weer honger gekregen, en onderweg komen we langs een Italiaans steakhouse. Het is er stervensdruk, en dat moeten allemaal Italianen zijn omdat hier geen toeristen te bekennen zijn. Dat moet dus wel goed eten zijn! Deze gaan we uitproberen. Van onder het stof wordt er nog een Engelse menukaart getoverd . Dat het een steakhouse is, blijkt wel uit de slagersbalie achter in de zaak. Hier kun je je vlees zelf uitzoeken als je dat wilt. Zo grappig! Peter bestelt de bruschetta en de carpaccio, en met handen en voeten legt de serveerster ons uit dat het vlees rauw is. Prima, dat is geen probleem, zo wordt de carpaccio bij ons ook geserveerd. Ik bestel de caprese en een pasta. Ja sorry, ik val in herhaling, maar het lijkt echt alsof de tomaten hier veel lekkerder zijn, en niet te vergeten de echte buffelmozzarella. Je mag mij er ’s nachts voor wakker maken! We zien de slager de carpaccio vers klaarmaken. Met een enorm slagersmes snijdt hij dunne plakjes die hij later plat slaat, leuk om te zien! En het smaakt ook nog eens verrukkelijk! Hij wordt geserveerd met ruccola, rauwe champignons (super vers) en verse parmezaan. De Aceto Basilicum wordt apart geserveerd om naar smaak af te maken. Peter heeft er bijna zijn vingers bij opgegeten! De caprese is ook weer zo lekker, maar het is allemaal wel heel erg veel. De caprese bijvoorbeeld kostte hier €7, terwijl ik bij andere restaurants gemiddeld tussen de €8 en €9 ervoor betaald heb, ik verwachtte daarom ongeveer dezelfde portie. In plaats daarvan krijg ik een pizzabord dat vol ligt met mozzarella en tomaat, en verse basilicum er bovenop. En niet te vergeten de dressing natuurlijk. Het is in elk geval een aanrader, maar dat was vast al duidelijk.



Na het eten wandelen we verder. Het is nog best een stuk lopen tot de Porta San Sebastiano, maar wel een mooie wandeling zo langs de stadsmuren. De Porta is trouwens ook zeer de moeite waard, een mooi plaatje. Op het kruispunt nemen we de bus naar de Crypto de San Callisto, maar dan wacht ons een verrassing. Die is namelijk gesloten. We zijn door de bus bij de achteringang afgezet, en omdat het gesloten is moeten we nu helemaal omlopen naar de Via Appia. Ach, dat kan er ook nog wel bij. Eenmaal op de Via Appia Antica blijkt dat alle catacomben vandaag gesloten zijn, dat is balen! En niemand lijkt te begrijpen waarom dat is, we zijn niet de enige toeristen die er niets van begrijpen. We wandelen toch een stuk over de prachtige oude weg, maar het was leuker geweest als we de wandeling hadden kunnen afwisselen met het bezoeken van de catacomben.





Onderweg pauzeren we even bij een restaurantje waar we de wc mogen gebruiken, en hier zien we veel auto’s staan met een kenteken van het Corps Diplomatique en een landensticker met de letter V. Google heeft me zojuist geleerd dat die staat voor Vaticaanstad, ik heb inderdaad ook veel priesterboordjes gezien hier. Blijkbaar was er dus een speciale gelegenheid vandaag. Vaticaanstad is op 11 februari trouwens ook gesloten, en ik weet eigenlijk niet waarom. Het is geen christelijke feestdag of zo, maar blijkbaar wel iets speciaals. We hebben deze dagen toch al heel veel religieuze mensen gezien, zoals nonnen en priesters in allerlei verschillende soorten gewaden, maar misschien is dat wel heel gewoon zo dichtbij het Vaticaan. Die vergelijking kunnen we nu natuurlijk niet maken omdat we voor het eerst hier zijn.

We wandelen daarna nog even over de route en nemen daarna de bus terug. Deze bus heeft een korte route en als eindstation een metrohalte, vandaar komen we vast weer terug waar we zijn moeten. Als we uitstappen op het eindpunt zien we lijn 87 al klaar staan, en we herinneren ons dat die voor ons hotel ook stopt. Handig! We kunnen nog net instappen en zo even de voeten de broodnodige rust geven. Hoe dichter we bij de stad komen, hoe voller de bus wordt.

Voor het hotel stappen we uit, maar voordat we naar onze kamer gaan lopen we nog even naar de Spar. Hier kopen we nog wat drinken en wat te knabbelen voor vanavond. We hebben vanmiddag zoveel gegeten dat we vast geen grote honger meer krijgen. Bovendien zijn we ook weer erg moe, en ondanks dat het pas 6 uur is, houden we het voor gezien vandaag. We zijn blij dat we zo’n fijn hotel hebben, want we brengen er toch meer tijd door dan de gemiddelde andere toerist volgens mij. Onze dagen zijn gewoon wat korter, de energie is ook wat minder dan die van menig ander. Vooral Peter heeft de rust broodnodig, hij loopt nu al helemaal krom van alle inspanningen. Maar eerlijk is eerlijk: mijn voeten vinden het ook welletjes geweest hoor.

Op de kamer geef ik mijn voeten een bad, eerst lekker warm en daarna ijskoud, om de doorbloeding te verbeteren. Daar knappen ze altijd van op. Ook surf ik wat op internet en schrijf ik het verslag vandaag. En nu klap ik de laptop dicht en ga ik verder lezen in mijn boek.

Á domani!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten